Koffie plantage en rijstvelden in Tegallalang | Dagtrip

Ongeveer een uur en 15 minuten rijden vanaf het zuiden van Denpasar en net boven Ubud, ligt Tegallalang. Op de hoofdweg van het stadje ligt de koffie plantage waar ze de beroemde Luwak koffie verbouwen. Wanneer je een stukje verder door rijdt, kom je uit bij de rijstvelden van Tegallalang. 

Toen ik aan kwam bij Alas Harum AgroTourism, werd ik ontvangen door een meisje die me uitlegde hoe het precies werkte. Ik kreeg gratis een bandje waarmee ik verschillende koffies kon proeven, een deel van de plantage kon bekijken en hoe ze de koffiebonen verbouwden. Ze vertelde me dat er een speciale manier is om de Arabica en Robusta bonen te verbouwen. Het gaat namelijk om de Luwak kattie die de bonen eten en verteren, hierna wassen ze de bonen natuurlijk voor de hygiëne en zodat alle bacteriën dood gaan. Daarna laten ze de bonen nog drogen voor een aantal dagen.

Als je verder door het park loopt, kan je een gratis plank met koffie en een Luwak koffie voor 50,000 Roepiee bestellen om te proeven. Ik betwijfel of dit echt de officiele Luwak koffie is maar omdat ik in Nederland als een soort barista werk, moest ik het proberen. Ik vond het een frisse koffie die naar kersen smaakt en kon ook nog wat chocola in herkennen. Ik kreeg naast de Luwak koffie ook nog een Bali koffie om te vergelijken met elkaar. Alleen was de Bali koffie veel te slap en vond het eigenlijk nergens naar smaken.

Voor de 14 koffie die je gratis kan proeven, zou ik de Ginseng koffie en thee aanraden. Deze zijn namelijk niet zo zoet als de andere en deze smaakt een beetje bloemig. Als je een groots fan bent van gember zou ik zeker de de Ginger koffie en thee proberen. Op het terras waar je de koffies kan proeven, heb je mooi uitzicht over de plantage. Je kunt hier ook op schommels boven de plantage schommelen om nog meer van het uitzicht te kunnen genieten. Er is ook een glazen vloer op een van de terrassen, wat misschien beetje eng is als je hoogtevrees hebt. Dit geeft wel een extra dimensie aan het uitzicht.

 

 

Als je meer van de plantage wilt zien, moet je hier wel wat voor betalen. Ik heb er voor gekozen om dit niet te doen, omdat ik sowieso nog naar de rijstvelden wilde. Dus pakte ik mijn scooter en zag dat ik nog wel even ergens moest tanken. Dus ik stopte bij een random tankstation en de mensen waren daar zo aardig. Er kwam een moeder met haar kind naar me toe gerend om even hallo te zeggen. Het kindje reikte ook zijn armpjes naar me uit zodat ik hem kon vast houden. Ondertussen nog proberen te praten met de moeder en de mensen van het benzinestation. Dit zijn van die onverwachte momenten waar je zulke aardige mensen ontmoet, wat je niet vergeet.

Toen ik de rijstvelden aan mijn rechterkant had, heb ik ergens mijn scooter neergezet en kon ik via een winkeltje zo de rijstvelden inlopen. Gelukkig hoefde ik geen entree te betalen, maar moest wel een donatie doen om zo de rijstvelden te kunnen onderhouden. Later hoorde ik dat andere mensen wel voor entree moesten betalen, dus ik denk dat het eraan ligt waar je de rijstvelden ingaat of je moet betalen. Soms moet je de selfiestokken wel een beetje ontwijken maar als je de smalle paadjes en niet de drukke routes kiest, kom je bij een wat stiller gebied. Hier zijn ook weer de beroemde schommels zoals bij de plantage, maar als je dus wat meer naar achter loopt, hebben ze hier hangmatten waar je rustig in kan liggen, zonder hier iets voor te hoeven te betalen. Ik ben nog wat door de rijstvelden heen gelopen en een mooie poster van de rijstvelden gekocht. Daarna ben ik weer terug gereden naar Denpasar.

 

Uncategorized